De waternota betreft vaak een periode van ongeveer 12 maanden, gelegen in twee opeenvolgende jaren (bijv. sept. 2014 t/m aug. 2015). Gebruik voor het invullen van de aangifte altijd de waternota met de verbruiksperiode, waarvan de meeste maanden vallen in het jaar waarvoor u aangifte doet.
Voor bedrijven met huishoudelijk afvalwater (zoals winkels en kantoren) gelden de volgende regels:
Tot en met 43 m3 ingenomen water per jaar: één vervuilingseenheid;Van 44 m3 tot en met 217 m3 ingenomen water per jaar: drie vervuilingseenheden;
Vanaf 218 m3 ingenomen water per jaar: vijf of meer vervuilingseenheden.
Voorbeeld van een bedrijf met huishoudelijk afvalwater dat meer dan 218 m3 water loost: 514 m3 water x 0,023 ve/m3 (afvalwatercoëfficiënt) = 11,82 vervuilingseenheden. Als het waterverbruik op de nota van het waterleidingbedrijf een periode van meer of minder dan 12 maanden betreft, dan herleidt de BGHU het waterverbruik tot een jaarverbruik. Het aantal vervuilingseenheden vermenigvuldigd met het tarief, wordt het aanslagbedrag.
Voor bedrijven die geen huishoudelijk afvalwater lozen gelden andere regels.